Parallel universum?

Impressionant. Dat is het prachtige woord dat me te binnen schoot toen ik in de Volkskrant de foto’s van de sterrenstelsels zag, die de Europese ruimtetelescoop Euclid naar de aarde heeft gestuurd. Ze laten een onuitwisbare indruk achter, de grootsheid tart alle verbeelding. Ik zie onze aarde en onze mensheid zweven tussen die miljarden sterrenstelsels. Misschien zijn wij, mensen op aarde, de enigen die dit universum bewust aanschouwen en op ons kunnen laten inwerken. Je zou voor minder naast je schoenen gaan lopen. Maar bij dit voorrecht past vooral bescheidenheid, een buiging naar wat ons als mensheid is gegund. Daar is helaas weinig van te merken. Integendeel, we gedragen ons alsof alles om ons draait, en dat dit vanzelfsprekend is.

Donkere materie en het menselijke onbewuste

Maar waar ik echt op aansloeg is het doel van de reis van deze ruimtetelescoop. Dit doel wordt in het Volkskrantartikel omschreven als het ontdekken van de ware aard van ‘donkere materie’ en ‘donkere energie’. En volgens het artikel ‘weet geen mens wat het precies is, maar schijnbaar bestaat het heelal er voor 95% uit’. Ik zag gelijk een analogie met het menselijke bewuste en onbewuste. Ook ons bewustzijn omvat maar een klein deel van wat er allemaal is. En zoals de ‘donkere’ materie vele malen groter is dan de ‘gewone’ materie, is ook het onbewuste vele malen groter dan het bewuste. Maar het bestaan van het onbewuste is niet vanzelfsprekend in de wetenschap. Wetenschap is immers opgebouwd op basis van causale verbanden en reproduceerbare waarnemingen. En het onbewuste is bij uitstek iets dat moeilijk vast te pakken is, zeker als het buiten je bewustzijn is. En zodra het in het bewustzijn komt, is het alweer verandert, en niet meer onbewust.  

Hoe bijzonder en interessant is het dan dat de sterrenkundigen, wetenschappers bij uitstek, onderscheid maken tussen ‘gewone’ materie en ‘donkere’ materie. Terwijl de ‘donkere’ materie niet te zien is, onbekend is, aanvaarden ze dat die er moet zijn. Anders zouden sterrestelsels al draaiende uit elkaar zwiepen, zeggen de astronomen. Dat roept bij mij de vraag op, zou het onbewuste, het onbekende, datgene waar we ons (nog) niet van bewust zijn, ook zo’n werkzaamheid hebben? Houdt het onbewuste ons bewustzijn bij elkaar, zoals de ‘donkere’ materie de ‘gewone’ materie? Voorkomt het onbewuste dat de totale chaos uitbreekt – in ons, tussen ons en om ons heen – door ingevingen, ideeën, en beelden voor ons beschikbaar te houden, als we ten einde raad zijn?

Het onbewuste verkennen

Stel dat dit zo is, hoe krijgen we dan toegang tot het onbewuste, het onbekende, in ons? In lijn met de sterrenkundigen zou je kunnen denken: dan stuur ik er een Euclid op af. Dat is nog niet eens zo gek gedacht, om de waarnemer in jezelf op pad te sturen en ruimte te geven. Deze te trainen om niet alleen het triviale, bekende, maar juist het bijzondere, onbekende, te leren zien. En het oordeel weg te laten, evenals het zoeken naar causale verklaringen of voortijdig te handelen om er maar vanaf te zijn. Simpelweg waarnemen en geduldig durven te wachten totdat zich een inzicht, een impressie, aandient. Dat is immers zoals een sterrenkundige de ruimte onderzoekt. En dat is ook hoe een psychosyntheticus het onbewuste betrekt in zijn de bemoeienis met een client.

Bijgaande foto: Spiraalvormig sterrenstelsel IC 342. Credit: ESA/Euclid/Euclid Consortium/NASA, image processing by J.-C. Cuillandre, G. Anselmi; CC BY-SA 3.0 IGO

Geef een reactie

Ontdek meer van Psynthos

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder